Mijn droom

Ik heb een droom over hoe wij mensen samen, met elkaar en met anderen, meer kunnen zijn dan de optelsom der delen.

Mijn droom gaat over hoe wij met elkaar kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het vak van coachen, trainen en begeleiden van mensen.

Mijn droom gaat ook over hoe we van elkaar kunnen leren omdat we zo verschillend zijn. Juist omdát we zo verschillend zijn.

Een theoretische achtergrond hebben de meeste coaches wel verworven en pas daarna, als ze echt gaan coachen, trainen en begeleiden, blijkt hoe belangrijk hun eigen talenten daarbij zijn. Met de verschillende talenten die we bezitten, geven we uitdrukking aan onze kennis, het vertaalt zich in onze vaardigheden, ons gedrag en onze houding. Door hoe coaches in hun vak staan en door wat zij doen (en laten), maken zij verschil en onderscheiden zij zich van elkaar.

Mijn droom omvat ook het plezierige vooruitzicht om zo veel mogelijk verschillende talenten te leren kennen en het vak van coachen en begeleiden van zoveel mogelijk kanten te leren zien en te onderzoeken. Het toppunt van mijn droom is telkens weer, dat iedereen zijn of haar  talenten met iedereen wil delen. Op dat punt van mijn droom voel ik mij gelukkig.

Ik stel me dan voor dat mensen in de rij staan om te vertellen hoe ze hun talenten inzetten en wat het hen oplevert. Ik droom dan bijvoorbeeld dat er coaches, trainers of anderen rondlopen, die erg goed zijn in het waarnemen van de non-verbale uitingen van de ander.  Zij hebben geleerd om met die waarnemingen aan de slag te gaan, gericht op de oplossingen van de ander, zodat diegene weer dicht bij zichzelf kan komen, weer authentiek kan zijn, zijn lijf weer kan voelen. Dat wil ik dan ook graag leren! Niet omdat het nieuw is, maar omdat het die ander is die het met mij deelt, omdat het die ander is die dat met zijn eigen unieke talenten doet. Dát is nieuw.

Of ik stel me voor dat iemand anders het vermogen heeft om de emotionele toestand van een ander goed aan te voelen en geleerd heeft om met die emoties om te gaan. Bijvoorbeeld manieren heeft gevonden om deze emoties weer de bedding te geven waarin ze als water in een rivier kunnen kolken en stromen, zonder dat het land eromheen verdrinkt omdat het overloopt. Zodat het weer “klopt”, bedding en water weer in balans zijn met elkaar. Ook dat wil ik dan leren, omdat het een manier van iemand anders is, per definitie dus anders dan mijn manier.

Zo droom ik dat er ook mensen zullen zijn, die het bijzondere vermogen hebben om er gewoon te zijn, in aandachtige aanvaarding van de ander, precies zoals hij is. Zodat de ander in staat is zichzelf te aanvaarden, precies zoals hij is. Ik wil heel graag weten hoe dat door anderen wordt gedaan!

Onderdeel van mijn droom is ook dat mensen die niet of nog niet werken als coach of trainer, geïnspireerd kunnen worden door verhalen en ervaringen van coaches en begeleiders en dat ook zij zich geroepen voelen te delen over hoe zij de dingen doen.

Ieder van ons heeft talenten en vaardigheden waarmee wij anderen kunnen helpen hun diepere zelf, de bron van hun wezen, weer te vinden als zij die zijn kwijtgeraakt. Want dat lijkt de wezenlijke vraag te zijn van eenieder die zich bij een coach meldt voor ondersteuning. Ergens zijn al deze mensen de verbinding met hun diepste zelf verloren, zijn ze buiten de oevers van hun zielebedding terecht gekomen, loopt het over en is het contact met hun meest innerlijke kern verbroken of ontwricht.

Mijn droom is om samen met gelijkgestemden een zoektocht te starten naar de essentie, de bron, de oorspronkelijke reden voor wat wij als coaches, trainers en begeleiders doen en wat wij daar als individu van willen delen met elkaar.

Mijn droom is verbinding. Een dwarsverbinding. Mijn droom is een ontmoeting in de inter-esse, het Latijnse woord voor tussenruimte. De ruimte tussen mensen die met elkaar in gesprek gaan, de ruimte waarin we met elkaar interacteren.

Tot slot. Het meest gebruikte middel van coaches is het stellen van vragen. Voor de zoektocht die ik beschreef, is het stellen van vragen noodzakelijk. Het antwoord op die vragen hoeft niet meteen gegeven te worden. Dat mag wel, als ze er nu al zijn, maar het hoeft niet. In de drukke tijd van tegenwoordig denken wij vaak dat een vraag meteen een antwoord behoeft. De vraag is of dat voor elke vraag zo is. Bij sommige vragen komt het antwoord pas als de vraag er een tijdje mag zijn, gewoon omdat het een vraag is. Ik sluit mijn verhaal daarom passend af met een prachtig gedicht van Reiner Maria Rilke over vragen:

Wees geduldig met alles wat in je hart nog niet is opgelost
en probeer van de vragen zelf te houden
als gesloten kamers en als boeken,
die in een heel vreemde taal zijn geschreven.

Zoek niet nu naar antwoorden,
welke nog niet gegeven kunnen worden
omdat je nog niet in staat bent deze antwoorden te leven.

En waar het op aankomt is alles te leven.
Leef de vragen nu.
Misschien leef je dan, zonder het te merken
op een goede dag het antwoord binnen.